Toggle menu
slider-duurzaamheidhuis-1

Duurzaamheid en haar terminologie

 
 

EPC, NOM of BENG?

Wanneer men spreekt over duurzaamheidsambities worden er diverse termen gebruikt, maar wat betekent wat? Hieronder volgt een opsomming van de meest voorkomende termen; EPC, NOM Keur, Energieneutraal, Nul-op-de-meter, Energienotaloos, Energienotanul, Passief huis. Hoe verhouden deze termen zich ten opzichte van elkaar en wat betekenen ze?

 
 

Terminologielijst

 Energieprestatiecoëfficiënt (EPC)

Overeenkomstig het wijzigingsbesluit per 1 januari 2015 is de energieprestatiecoëfficiëntwaarde voor woongebouwen, welke is opgenomen in het bouwbesluit 2012, aangescherpt tot ≤ 0,4. De berekeningswijze van de energieprestatiecoëfficiënt is vastgelegd in de NEN 7120. De energieprestatie drukt de energetische kwaliteit van een woning uit, daarbij gaat het alleen over het gebouwgebonden energieverbruik. De berekening gaat als volgt: Voor de woning wordt een ‘energiebudget’ bepaald. Dit is de hoeveelheid energie die een woning jaarlijks gebruikt bij een EPC van 1. Vervolgens moet worden uitgerekend hoeveel energie de woning werkelijk gebruikt. Deze twee waarden worden gedeeld en dat is de EPC waarde van een woning. De berekening gaat dus over de energie die nodig is om het binnenklimaat op orde te houden, inclusief de verlichting en installaties van de woning. Verbruik van beeld- en geluidsapparaten, computers en huishoudelijke apparaten, wordt hier niet in opgenomen.

EPC 0, Energieneutraal of Zero Energy Building

De energieprestatiecoëfficiënt is in de afgelopen jaren herhaaldelijk aangescherpt, met de afgesproken ambitie dat deze in 2020 op 0 zal uitkomen. Hierbij is de gebouwgebonden energie 0 (energieneutraal) berekend conform de NEN 7120. Er is nog wel sprake van persoonsgebonden energiegebruik. Inmiddels is de verwachting dat de energieprestatiecoëfficiënt voor 2020 zal worden vervangen in bijna energieneutraal of Near Zero Energy Building (NZEB).

Bijna energieneutraal of Near Zero Energy Building 

De bijgestelde ambitie op Europees niveau is dat de energieprestatiecoëfficiënt voor 2020 zal worden vervangen en dat vanaf 2021 alle nieuwbouw conform Europese regelgeving bijna energieneutraal zal moeten zijn. Dat zal neerkomen op een energieprestatiecoëfficiënt van circa 0,2. Dit lijkt voor Nederland een stap terug maar op Europees niveau is dit een stap vooruit. Echter zal de energieprestatiecoëfficiënt als rekenmethode verdwijnen. Deze zal vervangen worden door een andere methodiek. Hoe de nieuwe methodiek eruit komt te zien staat nog niet vast.

Bijna energieneutraal gebouw 

In Nederland leggen we de energieprestatie voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG) vast aan de hand van drie eisen (BENG-indicatoren):

  • De maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar;
  • Het maximale primair fossiel energieverbruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar;
  • Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procent.

Deze voorgenomen eisen gelden alleen voor nieuwbouw. Het beleid voor zeer energiezuinige bestaande gebouwen is nog in ontwikkeling.

Nul-op-de-meter

Nul-op-de-meter (NOM) is de term welke in het leven is geroepen bij de verduurzaming voor de bestaande voorraad van sociale woningbouw. Dit is een puur technische benadering waarbij de gehele woning net zoveel energie opwekt als het gebruikt in KWH. Deze methode kan worden toegepast bij stadswarmte, gas en collectieve systemen. De EPC van deze term is ongeveer -0,4. Per saldo zal het gebouwgebonden en gebruikersgebonden verbruik op het einde van het jaar 0 KWH bedragen.

Nul-op-de-meter Keur

Het Nul-op-de-meter Keur is een drietrapsraket. NOM Keur voorstellen worden gekeurd op de drie onderdelen Propositie, Toepassing en Levensduur. Pas wanneer alle drie de onderdelen goed zijn ontvangt de bouwer het NOM Keur. Bij de propositie gaat het er om hoe het plan er op papier uitziet. Deze keuring gaat overigens verder dan alleen het beoordelen van de technische oplossingen. Er hoort bijvoorbeeld ook een meerjarenonderhoudsplan bij en een plan voor bewonerscommunicatie. Als de bouwer zijn propositie daadwerkelijk gaat realiseren, dan wordt er gekeurd op toepassing. Voor het NOM Keur op Levensduur wordt na één jaar en na drie jaar contact gezocht met de huurder, verhuurder en de bouwer om een check uit te voeren op prestaties van de woning en het comfort van de bewoners.

Energienotaloos 

Energienotaloos of energienotanul is gedreven op de totale energielasten, vanuit het perspectief van de consument. Hierbij is sprake van zowel het gebouwgebonden als gebruikersgebonden energieverbruik. De energielasten dienen op het einde van het jaar per saldo € 0,00 te zijn. Gedurende het jaar wordt het overschot aan opgewekte energie middels de salderingsregeling terug geleverd aan de energiemaatschappij. Gaat men uit van een volledige energienotaloze woning dan dient het bedrag voor vastrecht ook meegenomen te worden.

Gebouwgebonden of huishoudelijk?

EPC 0, Energieneutraal en Passief zijn termen die zich voornamelijk richten op enkel het gebouwgebonden energieverbruik en niet op het huishoudelijk energieverbruik. Nul-op-de-meter en Energienotaloos zijn termen die zijn ontstaan vanuit het totale energieverbruik van het gezin, inclusief het huishoudelijke energieverbruik.

Energieprestatievergoeding

Verhuurders kunnen een vergoeding van huurders vragen voor (bijna) nul-op-de-meter-woningen (NOM). Zij krijgen via de EPV (energieprestatievergoeding) een deel van de investering voor het realiseren van een NOM-woning terug. De EPV stimuleert op deze wijze het zeer energiezuinig renoveren van sociale huurwoningen. De EPV wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, hierin staat een betalingsverplichting van de huurder aan de verhuurder. De vergoeding geldt voor een gegarandeerde energieprestatie van de woonruimte door de verhuurder. Het gaat om zowel energiebesparende als energieleverende voorzieningen aan de woonruimte.

Wil de verhuurder een EPV met de huurder overeenkomen voor een sociale huurwoning dan dient hij te voldoen aan de volgende eisen:

  • De woning dient zeer goed geïsoleerd te zijn en heeft een zeer lage warmtevraag. De warmtevraag is minder dan 50 kWh/m2 per jaar. De hoogste EPV is maximaal € 1,40/m2 per maand. Daarvoor moet de warmtevraag onder de 30 kWh/ m2 per jaar liggen. De woning wekt minimaal een even grote hoeveelheid duurzame energie op. Daarmee kan die volledig in de behoefte aan warmte voorzien. Daarnaast wekt de woning 15 kWh/m2 per jaar op voor warm tapwater;
  • De woning wekt voldoende hulpenergie (Ehulp) op. Bij Ehulp gaat het om de gebouwgebonden (elektrische) energie voor installaties. Denk aan ventilatiesystemen, (comfort) koelsystemen en systemen voor meting en monitoring. Energie voor verlichting valt niet onder Ehulp. Daar bovenop moet de woning 26 kWh/m2 per jaar aan energie opwekken. Deze energie is voor de huurder. Het gaat om minimaal 1.800 kWh en maximaal van 2.600 kWh;
  • De verhuurder toont aan dat de huurwoning voldoet aan de eisen voor een EPV, bijjvoorbeeld voor de isolatie. Hiervoor kan hij terecht bij erkende bedrijven die de warmtevraag van een woning bepalen. Ook de hoeveelheid energie die de woning opwekt moet gemeten worden.